Cornelis van Eesteren

Cornelis van Eesteren (1897-1988) is als gevierde architect en stedenbouwkundige vooral bekend door zijn rol bij het ontwerp van het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) voor Amsterdam. Dit plan kwam in 1934 tot stand en betekende uiteindelijk de realisatie van de Westelijke Tuinsteden, Buitenveldert en delen van Noord en de Watergraafsmeer.

Van de academie tot het AUP
Cornelis van Eesteren studeert architectuur in Rotterdam. Op een studiereis door Europa komt hij in contact met vele internationale architecten en ontwerpers. Hij besluit dat hij stedenbouwkundige wil worden, en volgt daarvoor een opleiding in Parijs. Van Eesterens vroege ontwerpen verraden de invloed van Berlage. In 1925 wint hij een ontwerpwedstrijd voor Unter den Linden in Berlijn. Dit betekent zijn internationale doorbraak. Enkele jaren hierna gaat Van Eesteren aan de slag voor de Gemeente Amsterdam.

Het Algemeen Uitbreidingsplan, voor de uitbreiding van Amsterdam, dateert uit de jaren dertig maar werd pas na de Tweede Wereldoorlog uitgevoerd. Van Eesteren houdt bij zijn stedenbouwkundige ontwerpen vast aan de vier primaire functies van de stad wonen, recreëren, verkeer en werken: ‘de functionele stad’. Van Eesteren is van 1930 tot 1947 voorzitter van het Congrès Internationaux d’Architecture Moderne (CIAM), een serie internationale conferenties over moderne architectuur en stedenbouw.

In het boek Cornelis van Eesteren. Ontmoeting met de avant-garde 1914-1929 schetst de auteur Sandra Guarda het (werkende) leven van Van Eesteren, hoe hij zich tot stedenbouwkundige ontwikkelde en zijn betrokkenheid bij de internationale avant-garde. Het boek is te koop in onze museumwinkel. En lees hier het verslag van het Van Eesterengesprek ‘Van de academie tot het AUP’.

Van Eesteren presenteert de analyse van Amsterdam tijdens het vierde CIAM congres in 1933. Uitsnede foto.

Van Eesteren presenteert de analyse van Amsterdam tijdens het vierde CIAM congres in 1933. Uitsnede foto.