Het Nieuwe Bouwen

Het zogenaamde ‘Nieuwe Bouwen’ was overal in Europa en de Verenigde Staten zichtbaar. De grondleggers waren afkomstig uit Duitsland (Adolf Behne) en Zwitserland (Sigfried Giedion). Het beginpunt wordt meestal in 1927 gelegd bij de bouw van het Weissenhofsiedlung in Stuttgart, een dorp van modernistische bouwblokken ontworpen door een internationale groep architecten op uitnodiging van Ludwig Mies van der Rohe.

Idealisme
De architecten van het Nieuwe Bouwen geloven in volksverheffing door woningverbetering. Het idealisme van de functionalisten is niet nieuw maar bouwt voort op internationale opvattingen uit het Modernisme uit het eind van de negentiende eeuw. Berlage was in Nederland de eerste geweest die architecten op hun verantwoordelijkheid had gewezen; ‘De tijd van weelde-architectuur is voorbij’ zei hij, aangezien ‘zoovele andere dingen en bate der gemeenschap op uitvoering wachten.’ (1893)

Niet één stijl
Het Nieuwe Bouwen is geen stijlbegrip of vormentaal. De overeenkomst schuilt in de taakopvatting van de architect; het scheppen van een – tijdloze – democratische architectuur die tegemoet komt aan de behoeften van de burger. Omdat zowel deze behoeften als de technologische oplossingen veranderen, is er geen sprake van één herkenbare stijl, zo redeneren de grondleggers.

Toch zijn er kenmerkende elementen die bouwwerken uit deze periode herkenbaar maken, zoals de opengebroken façade, de vlakke gevelmuur, de stereometrische vorm, de rationele toepassing van het ornament, het afwijzen van de traditionele detaillering van de historische stijlvormen en het gebruik van nieuwe materialen zoals ijzer, gewapend beton en glazen bouwstenen (Bock in Het Nieuwe Bouwen, Voorgeschiedenis, 1982:7).

Nieuwe Bouwen in Amsterdam
Strokenbouw als stedenbouwkundige oplossing was afkomstig uit Boston in de Verenigde Staten; woonwijken worden samengesteld uit afzonderlijke woonblokken in de vorm van stroken of hoven, gescheiden door groen, water- en wegen.  In Nederland bestond hiertegen in de jaren dertig nog veel weerstand. Het plan Bos en Lommer vormt hiervan een illustratie; met het gebruik van huizenblokken wordt toch weer aangesloten bij de erfenis van Berlage.

Ondanks kritiek en alternatieve plannen zet Publieke Werken door om het Algemeen Uitbreidingsplan uit te voeren. Woningnood is hiervoor het belangrijkste argument. Daarmee wordt het AUP het Amsterdamse voorbeeld van het ‘Nieuwe Bouwen’.

 

 

Siedlung am Weissenhof. Werkbund Ausstellung 'Die Wohnung' Stuttgart; 1927.Luchtfoto van Geuzenveld in noordoostelijke richting; 1962. Op deze foto is de open bebouwing die zo typerend is voor het Nieuwe Bouwen duidelijk te zien. De woningen zijn zo gebouwd dat er voldoende lucht, licht, ruimte en groen is.