Plan Geuzenveld
De eerste paal voor Geuzenveld wordt geslagen op 27 augustus 1953; ruim een jaar na het begin van de bouw van Slotermeer. Op 16 maart 1957 viert Amsterdam de oplevering van de vijftigduizendste woning van het AUP: in Geuzenveld.
Wijkdelen
Het stedenbouwkundig plan voor Geuzenveld is ontwikkeld door zes woningbouwverenigingen in samenwerking met zes architecten; W.M. Dudok, B. Bijvoet, B. Merkelbach, J.H. van den Broek, W. van Tijen en C. Wegener Sleeswijk. Elke architect was verantwoordelijk voor een eigen wijkdeel, gescheiden door wegen.
Woonhoven
Na kritiek op de strokenbouw in Slotermeer, pleit Jakoba Mulder, de nieuwe hoofdarchitect bij Stadsontwikkeling, voor een hovenstructuur. De woonhoven worden gevormd door 2 L-vormige flats tegen elkaar te plaatsen waardoor een gezamenlijke binnentuinen ontstaat. Voor het ontwerp van de tuinen wordt tuinarchitect Mien Ruys gevraagd. Daarnaast wordt in Geuzenveld voor het eerst laagbouw gesitueerd rondom middelhoogbouw (vier woonlagen zonder lift), aan de rand van de wijk. Winkels werden uiteindelijk geconcentreerd in de hoogbouw langs de Sam van Houtenstraat.
Dudok
In opdracht van de Algemene Woningbouwvereniging ontwerpt Willem Dudok een combinatie van flats, bejaardenwoningen en boerderijachtige eengezinswoningen; de ‘Dudokhoven’. Een postkantoor, café-restaurant en bibliotheek (niet uitgevoerd) horen ook bij het ontwerp.
Grote gezinnen
In de Wigbolt Ripperdastraat realiseert de katholieke woningbouwvereniging Het Oosten een complex voor grote gezinnen. Hiervoor tekenen architecten Ben Merkelbach, Piet Elling en Mart Stam. Het resultaat zijn flats van wisselende hoogte rond hoven met verzorgde tuinen.

Ruys de Beerenbrouckstraat in Geuzenveld met buslijn 21; 1957.

Luchtfoto van Geuzenveld in noordoostelijke richting; 1968. Op deze foto is de open bebouwing die zo typerend is voor het Nieuwe Bouwen duidelijk te zien. De woningen zijn zo gebouwd dat er voldoende lucht, licht, ruimte en groen is.