Plan Slotervaart
De eerste paal wordt geslagen in Slotervaart op 28 mei 1954; twee jaar nadat de nieuwe wijk is opgespoten met zand en de Slotervaart is verlegd.
Hoogbouw
Ook Slotervaart wordt verdeeld in wijkdelen. Woningcorporaties schakelen toparchitecten in voor de ontwerpen. Bekend zijn de ‘zaagtandwoningen’ van Frans van Gool in de Andries Snoekstraat.
Naast een herhaling van projecten uit Slotermeer en Geuzenveld zag Van Eesteren in Slotervaart graag hoogbouw opgenomen worden in het stedenbouwkundig plan als ‘verticaal accent’ in het stadsbeeld. Deze hoogbouw werd geprojecteerd langs de Cornelis Lelylaan.
Prefab
In tegenstelling tot de andere tuindorpen, bestaat Slotervaart voor een groot deel uit particuliere bouw voor de vrije sector. Dit betekende wel wat meer financiële ruimte maar niet zonder de bemoeienis van de gemeentelijke diensten.
Als innovatieve bouwmethode halen deze ondernemers de eerste prefab woning naar Nederland; het ‘Airey-systeem’, een betonnen skelet dat wordt bekleed met geprefabriceerde platen. Bekende Airey-woningen zijn de hoogbouwblokken en torenflat van de Sloterhof door J.F. Berghoef.
Viaducten
De Cornelis Lelylaan is een voorbeeld van functionalistische stedenbouw; door de verhoogde wegovergangen wordt kruisend verkeer voorkomen en kan alles goed doorrijden. In totaal worden tien viaducten en bruggen aangelegd. Het viaduct over de Johan Huizingalaan is 102 meter lang en wordt ondersteund door zes rijen van vier V-vormige pilaren.

Prentbriefkaart van het Viaduct Johan Huizingalaan / Cornelis Lelylaan in Slotervaart. Op de achtergrond flats van het Sloterhof; circa 1962.