Tuin, plantsoen, park

Gemeenschappelijke tuinen
De meeste woningen in de Westelijke Tuinsteden liggen aan een collectieve binnentuin, of een groen hof. Hoewel er na de oorlog weinig geld beschikbaar was voor de inrichting van het groen werden in de tuinen en de plantsoenen naast gras, bomen en struiken ook bloeiende planten en rozen toegepast. Met name de gerenommeerde tuin- en landschapsarchitecte Mien Ruys was een warm pleitbezorger voor rijk geschakeerd groen. Ze was van mening dat bloeiende planten voor natuur- en seizoensbeleving zou zorgen bij de stedelingen.

Supervisie
De regie over de vormgeving en uitvoering van de groenvoorzieningen in de tuinsteden was jarenlang stevig in handen van de gemeentelijke diensten. De afdeling Beplanting zorgde na aanleg voor het onderhoud van het openbaar groen. Direct rond de bebouwing zoals de geveltuinen, de hoven en binnentuinen lag de verantwoordelijkheid meestal bij de woningbouwverenigingen. Voor het ontwerp en de uitvoering werden gerenommeerde tuin- en landschapsarchitecten ingehuurd en voor het onderhoud hoveniersbedrijven. Er werden groen-supervisoren (Mien Ruys, Jan Bijhouwer en Wim de Boer) aangesteld die de verantwoordelijk hadden de stedenbouwkundige visie in de ontwerpen voor beplantingen te bewaken.

Parken 
De Westelijke Tuinsteden zijn rijk bedeeld met parken. De afdeling Stadsontwikkeling van de Dienst der Publieke Werken streefde ernaar dat elke bewoner in de nieuwe tuinsteden een park zou aantreffen binnen 800 meter van zijn woning. Bijvoorbeeld het Gerbrandypark, Eendrachtspark, Rembrandtpark en Stadsdeelpark Osdorp. Ook Herdenkingspark (begraafplaats) Westgaarde is een belangrijke groene oase in het westen van de stad. Het blauw-groen hart van de Westelijke Tuinsteden is het Sloterpark, rondom de uitgegraven Sloterplas. De Sloterplas bood veel verschillende mogelijkheden; van speedboatracen tot zonnen op het strand. Langs de Osdorperweg en in de Riekerpolder was plaats voor de volkstuinen. En aan weerszijden van de Ringspoorbaan werd grond gereserveerd voor schooltuinen.

In enkele nog niet uitgevoerde delen van het Algemeen Uitbreidingsplan nam in de jaren zeventig de natuur spontaan de overhand. Zo ontstond onder andere het Ruige Riet in het Sloterpark. Als gevolg van meer bewonersinspraak én nieuwe inzichten in ontwerp en beheer is in de loop der tijd een grotere variatie in beeld en gebruik ontstaan: een prachtige mix van groene natuur en cultuur.