Geen Van Eesteren Museum zonder vrijwilligers!
Hulde aan onze vrijwilligers. Het Van Eesteren Museum zou niet bestaan zonder de inzet van een geweldige groep enthousiaste en gemotiveerde vrijwilligers. Van jong tot oud zetten deze bijzonder bevlogen mensen zich gezamenlijk in voor het onder de aandacht brengen, doorgeven en levend houden van de kennis en culturele waarde van het gedachtegoed van Van Eesteren en het wonen, werken en leven in de wederopbouwperiode. Het museum zou niet kunnen bestaan zonder hen.
Vrijwilligers van het eerste uur: Goof Schönberg en Wouter de Back
Goof en Wouter gaven gehoor aan de oproep die Hans van der Schaaf in de loop van 2010 deed in de Westerpost: als toenmalig, en eerste, directeur vroeg hij hulp bij het opbouwen van een nieuw museum in Slotermeer. Het kooklokaal van de vroegere huishoudschool aan de Burgemeester de Vlugtlaan, in die tijd al in gebruik als broedplaats, moest volledig worden leeggehaald, opgeknapt, opnieuw geschilderd en afgewerkt om tenslotte te worden ingericht als het Van Eesteren Museum. Met gedoneerde expositiemeubels, verlichtingsarmaturen en nog veel meer inboedel, en met heel veel creativiteit, enthousiasme en inzet van verschillende mede-vrijwilligers, werd de leeggemaakte ruimte getransformeerd tot een informatiecentrum voor de buurt en startlocatie voor rondleidingen door Slotermeer: het beschermde stadsgezicht (sinds 2007) dat de aanleiding vormde tot de oprichting van het Van Eesteren Museum. Goof en Wouter reageerden in 2010 onafhankelijk van elkaar op de oproep van Van der Schaaf, maar werden gedurende alle werkzaamheden bij het museum dikke vrienden. Wouter: ‘Prachtig hoe ik samen met mijn maatje Goof, en met vele vrijwilligers, iets moois heb opgezet: een museum helpen opbouwen, tot het vernieuwen van het plafond, inclusief de elektra erboven, aan toe.’ ‘Ja, lévensgevaarlijk was de staat van de elektrische bedrading boven het plafond’, aldus Goof.
In de beginperiode van het Van Eesteren Museum fungeerde het museum vooral als informatiepunt voor en over de buurt. Buurtbewoners namen deel aan de rondwandelingen, de tentoonstellingen werden met en door buurtgenoten bedacht en ingevuld. Ze gaven andere bewoners inzicht in hoe hun buurt ooit door Cornelis van Eesteren was opgezet en bedoeld, en hoe deze nu functioneerde. De vrijwilligers leerden op hun beurt van de bewoners en die verhalen werden tijdens de rondwandelingen, of tijdens de Van Eesteren Gesprekken, weer doorverteld.
Net als de meeste vrijwilligers uit die beginperiode vervulden Goof en Wouter meerdere taken: ze pakten gewoon aan wat er gedaan moest worden. Wandelingen uitzetten, informatie vergaren over de markante gebouwen in de buurt, bezoekers rondleiden. Goof: ‘Ik was al gewend rondleidingen door de buurt te geven voor het kantoorpersoneel van de woningbouwvereniging, om hen kennis te laten maken met hun eigen woningbezit. De informatie van die rondleidingen gebruikte ik als basis voor onze eigen wandelingen met het museum.’
Daarnaast verzorgden de heren de geluid- en beeldtechniek tijdens lezingen, bouwden ze nieuwe tentoonstellingen op en bedachten ze elke keer nóg handigere slimmigheden voor het op maat laten printen van tentoonstellingsteksten en foto’s, het ophangen van het expositiemateriaal of het opbouwen van ruimtelijke stalen buisconstructies. En tussendoor waren er ook altijd de nodige reparatie- en onderhoudsklusjes te doen.
Ook aan de museumwoning, die sinds 2012 onderdeel uitmaakt van het Van Eesteren Museum, hebben Goof en Wouter een belangrijke steen bijgedragen. Voor de zelfgetimmerde kolenkist en de kolenkit bij de kachel bijvoorbeeld, haalde Wouter in de haven een flinke hoeveelheid grote steenkolen en hakte die vervolgens in kleine brokken tot de juiste grootte. En samen met andere vrijwilligers zijn ze dagen bezig geweest om het wandmeubel in de woonkamer passend te krijgen: de onderdelen bleken van twee verschillende systemen te zijn. Verzin daar maar eens een oplossing op!
Goof en Wouter specialiseerden zich gaandeweg tot het vaste klus- & beheerteam van het museum waar – áltijd! – een beroep op kon worden gedaan: bij, maar vooral ook voorafgaand aan, tal van activiteiten, tentoonstellingen, evenementen en klussen, ook in het nieuwe onderkomen van het museum, het Van Eesteren Paviljoen.
Tijdens de planvorming voor het te bouwen paviljoen in 2017 traden zij samen op als de technisch adviseurs vanuit het museum en stelden zij een wensenpakket op voor diverse technische voorzieningen. De slimme elektra-potten in de vloer en de handige elektra-aansluitingen hoog aan de houten spanten zijn de stille getuigen van de aanhoudende druk die beide heren hebben uitgevoerd op de architecten en bouwers van het paviljoen. Deze voorzieningen zijn onbetwist onmisbaar gebleken!
Ook in het nieuwe museum is geen tentoonstelling tot stand gekomen zonder de medewerking van beide heren en er is geen plekje in en aan het Van Eesteren Paviljoen waar Goof en Wouter niet aan hebben geschilderd, geschroefd, getimmerd, of anderszins geklust. Goof: ‘Het zijn leuke tijden geweest, en veel experimenteren. We waren vaak gebonden aan een heel laag budget, maar we ritselden elke keer wat en we hebben langzaam toch alles opgebouwd. Sterker nog: alles werd steeds groter. We zijn nog steeds met z’n allen bezig!’
Wouter: ‘Het museum heeft me vele goede vriendschappen opgeleverd. Er heerst een leuke harmonie tussen de vele vrijwilligers, het bestuur en de directie. Al tien jaar lang. Wat een geweldig team hebben we toch: complimenten aan een ieder.’
Insgelijks, Goof en Wouter. Hulde en dank aan jullie, vrijwilligers van het eerste uur!
Goof Schönberg overleed op 14 oktober 2020. Lees hier het in memoriam.