Deze maand
Zielsverwanten #4 Hannie en Tess van Eyck
De Nederlandse architectuurgeschiedenis kent vele vader-zoon-architecten. Vader Jan Frits Staal en zoon Arthur, bijvoorbeeld. Of vader Philip Warners en zoon Allert, bekend van de verfdozen in Nieuw-West. En vader Gerrit en zoon Jan Rietveld niet te vergeten. Maar van moeder-dochter architecten kennen we er nog niet veel. Ter ere van moederdag, lichten we in de maand mei daarom twee zielsverwanten uit: Hannie en Tess van Eyck.
Hannie van Eyck werd geboren als Hannie van Roojen in 1918 te Middelburg maar groeide op in Zaandam. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog vertrok ze naar Zürich om op de ETH architectuur te studeren. Daar ontmoette ze Aldo van Eyck, een Nederlandse medestudent, met wie ze een relatie kreeg en in 1943 trouwde. Na de oorlog keerde het stel terug naar Nederland waar ze samen een bureau opzetten. Vanaf het begin ontwierp Hannie samen met Aldo de meeste van hun projecten, waaronder de bekende speelplaatsen. Maar vanaf begin jaren zeventig begint ze ook met het realiseren van haar eigen ontwerpen, zoals een bloemenwinkel in Utrecht en een galerie in Amsterdam. In 1983 kreeg ze de verdiende erkenning toen hun architectenbureau eindelijk hun gezamenlijke namen droeg: Aldo en Hannie van Eyck Architecten. Alle grote projecten sinds 1983, zoals de kerk voor de Molukse gemeenschap van Deventer (1983–92), het ESTEC-complex in Noordwijk (1994–89), het gebouw van de Algemene Rekenkamer in Den Haag (1992–97) en het Tripolis-complex in Amsterdam, zijn ontwerpen van beide architecten: kleurrijke gebouwen, veel in elkaar voortvloeiende ruimten met een groot oog voor detail. Nadat Aldo in 1999 overleed, zette Hannie het architectenbureau voort en ontwierp ze o.a. nog een deel van de Nederlandse inzending op de architectuur biënnale van Sao Paulo (2000) en het Hunebedcentrum in Borger, Drenthe (2005). Ze overleed op 18 maart 2018, acht dagen voordat ze 100 jaar zou worden.
In 1945 kregen Hannie en Aldo van Eyck, nog woonachtig in Zürich, een dochter genaamd Tess. Zij stapte in de voetsporen van zowel haar vader als haar moeder en werd architect. In 1971 richtte ze samen met haar man Julyan Wickham het architectenbureau Wickham van Eyck Architects op. Sinds de jaren 70 ontwierpen ze een breed scala aan projecten, van stedelijke masterplanning tot interieurinrichtingen, voornamelijk in Engeland en Nederland. In de jaren 90 ontwierpen ze een woonwijk in Almere, bestaande uit achtenveertig huizen, een kleurrijk geheel van woningen en wilde beplanting in de openbare ruimte. Samen met Hannie en Aldo, ontwierp ze een stedenbouwkundig plan voor Campo di Marte, bij Venetië maar dat plan werd nooit uitgevoerd.
Na het overlijden van haar vader, en vooral na het overlijden van haar moeder, houdt Tess zich bezig met de legacy van haar vader en moeder door zorg te dragen voor hun archief. In april 2024 komt haar man, Julyan, ook te overlijden. Tess blijft zich inzetten voor de legacy van de architectuur. Nu niet alleen dat van haar ouders, maar ook van haar man.